Op de terugweg was het zeer donker en er lag een aangereden kangoeroe op
de weg. Dit was even schrikken, maar het zal zeker niet de laatste zijn. We gingen de cabin in en dronken nog wat, opeens hoorde we een geluid dat wel eens van een gillend varken kon zijn. Hier schoten we van in de lach. Later lieten we ons vertellen dat dit het geluid was van een parende koala. Altijd gedacht dat dit rustige dieren waren. Ja, dat zijn ze ook behalve als het mannetje het vrouwtje bespringt, dan gaat het er hard handig aan toe. Ja, stille wateren……. Date :30-10-2000 Doel : plasje doen Ik werd wakker en moest dus een plasje doen. Angstkeutel dat ik ben, ging toch naar buiten. Toen ik de deur open maakte schrok ik van de sterrenhemel. Nooit van mijn leven had ik dit gezien. Het was alsof ik ze aan kon raken. Vele vele grote sterren keken op mij neer. Frank en Wilco heb ik er voor wakker gemaakt dit moesten ze zien, en waren er ook van onder de indruk. Frank wachte tot ik terug kwam van het toilet. Het was koud en kropen weer onder de wol. Het was 08.30 uur en stonden op. De zon scheen maar het was nog fris. Wilco had inmiddels de tafel gedekt, en had boodschappen gedaan in het winkeltje. Na het ontbijt reden we naar een van de mooiste natuurgebieden, en lieten onze spullen achter. We blijven nog een nacht in Foster. Het Wilson ’s Promontory National Park. Het spectaculaire Prom…??? Het is een van de populairste nationale parken van Victoria. Dit ruige, hartvormige schiereiland ligt aan de uiterste zuidpunt van het Australische vasteland. Aan de westkant weerstaat het alle razernij van het water, terwijl aan de oostkant heerlijk beschutte stranden liggen. Voor zijn omvang heeft het een verbazingwekkend scala aan landschappen: wouden, heide, valleien vol varens, zoutmoerassen, zandstranden en granietrotspunten. Na wat km. te hebben gereden zetten we onze motoren neer, om vervolgens een stukje te gaan lopen. Frank begon al te zweten maar ging gelukkig mee. We liepen naar de top van Mount Oberon. De 6,5 km. lange rondgang vergde zo n 2 uur. Met blaren op de hielen komen we boven aan. Wij dan, Wilco niet. Wat een MIETJES, we zijn niets gewend. Maar het uitzicht hadden we niet willen missen. We zaten boven op de berg die 548 meter hoog was. We zagen het strand, en een prachtig kustlandschap. |
Na een uurtje te hebben gezwijmeld lopen we terug, dat ging een stuk makkelijker. We stappen op en rijden een stukje verder. We komen aan bij het parkkantoor van Tidel River. Hier gaan we naar de Tidel River zelf, die uitmond in de zee. We lopen een strand op waar rechts van ons de ondiepe rivier liep. Deze was erg bruin van kleur. Er komt een meeuw aanlopen die me de hele tijd achtervolgt, Of ik nu langzaam liep of een sprintje maakte, wat een sjanspik. |
![]() |
Terug gekomen bij de parkeerplaats waar we aan een grote picknicktafel onze lunch gaan eten. De meeuwen die er zaten vonden dit wel interessant en kwamen ons begroeten. Wat een geschreeuw voor wat brood. Net toen Frank in zijn brood wilde bijten vloog er een rood papagaaitje langs zijn oren. Dat was even schrikken. Hij vloog terug en lande voor ons op de tafel, waarna er nog twee kwamen aan vliegen. Gezellig aten we nu met ons zessen. Later lande er nog eentje op Frank zijn hoofd. |
![]() |
Deze kreeg een chips in zijn snavel en at dit smakelijk op. Wilco deed een chips in zijn mond waar een stukje van uit stak, en al snel huppelde er eentje daar naartoe om deze te pakken. Zelf had ik er een op mijn schouder zitten die natuurlijk ook wat kreeg. |
<< >> |